Werkplek/ruimte toevoegen
- Navigeer naar ‘Assets’ in het menu.
- Klik op ‘+ Toevoegen’ om een nieuwe werkplek/ruimte aan te maken.
Lees hieronder wat de verschillende velden precies inhouden en vul vervolgens de gegevens in. De velden met een sterretje zijn verplicht.
- Locatie*: selecteer de locatie waar de desk/ruimte geplaatst moet worden.
- Workspace*: selecteer de verdieping (die je eerder hebt aangemaakt) waar de asset op moet komen te staan.
- Tag code*: de tag code is een combinatie van de afkorting van de locatienaam en werkpleknummer. Let op: de tag code mag geen punten bevatten. Voorbeeld: AM001. AM komt van locatienaam Amsterdam en 0.01 is het werkpleknummer.
- Naam*: geef je werkplek/ruimte een naam en nummer. Voorbeeld: Werkplek 0.01
- Beschrijving: geef je asset (wanneer gewenst) een beschrijving.
- Labels: om op nog een extra niveau te kunnen filteren in de data, kun je een label toevoegen aan je asset. Wanneer deze asset bijvoorbeeld valt binnen de afdeling Marketing, kun je hem het label Marketing geven.
- Let op tekst: voeg een ‘Let op tekst’ toe aan je asset en geef de gebruiker extra informatie bij het maken van een reservering. Deze tekst wordt ook weergegeven in de bevestigingsemail. Voorbeeld: Zorg dat je na afloop van gebruik werkplek de werkplek netjes en schoon achterlaat.
- External uid*: het external uid nummer is een combinatie van de tag code en Company code. Voorbeeld: WIL is de Company code van organisatie Wilderman, AM001 is de tag code.
- Categorie*: selecteer onder welke categorie de asset valt. Voorbeeld: Werkplek of Vergaderruimte. Dit hangt af van de categorieen die je hebt aangezet in het tabje onder ‘Instellingen’.
- Plaatsen*: geef aan hoeveel zitplaasen er zijn binnen de werkplek/ruimte.
- Capaciteit: dit is hetzelfde als het aantal zitplaatsen.
- Prijs: koppel (wanneer gewenst) een prijs aan de asset.
- Seats tonen: deze optie staat standaard aan. Kies of het aantal plaatsen moet worden weergegeven in de app.
- Managed: vink je deze optie aan, dan betekent dat dat de asset niet gereserveerd kan worden door de eindgebruiker, maar wel door de Admin via de OfficeAdmin. Deze asset wordt nog wel zichtbaar in de app weergegeven en de eindgebruiker kan de bezetting van de werkplek/ruimte wel in zien.
Voorbeeld: een collegezaal staat op ‘Managed’ in de app, omdat hij niet direct door leerlingen gereserveerd mag worden, maar wel door docenten. Leerlingen kunnen wel in zien of de collegezaal bezet is of niet.
- Selecteer stage*:
- Active: een asset staat standaard op ‘Active’. Hierdoor is hij zichtbaar en reserveerbaar in de app.
- Visible: deze stage hoort niet gebruikt te worden. Gebruik altijd de stage ‘Active’ voor een beschikbare desk/ruimte.
- Blocked: wil je een asset blokkeren, dan zet je hem op ‘Blocked’. Nu wordt hij grijs weergegeven en kan hij niet gereserveerd worden. Ook zal hij niet meer verschijnen in de lijstweergave (wel in de plattegrondweergave).
- Hidden: wil je een asset volledig verbergen in de app, dan zet je hem op ‘Hidden’. Hij wordt niet meer weergegeven in de app, maar nog wel in de OfficeAdmin.
- Select type*: geef aan of een asset per stuk gereserveerd moet worden (asset) of groepen desks/ruimtes gereserveerd moeten worden (zone).
Locatie op de plattegrond bepalen
Na het invullen van alle velden sleep je het groene bolletje in de plattegrond naar de juist plek in de plattegrond. Geef aan waar de werkplek/ruimte zicht bevindt.